Eenzame fietser

Eenzame fietser

Triumph reist de motordealers langs met een roedeltje fietsen en ik leende er eens twee. De eerste: de Tiger Explorer, het alternatief voor die eeuwige BMW R 1200 GS, de filetijger par excellence van motorrijdend Nederland.

Voor wie niet weet wat een BMW R 1200 GS is (of voor wie te lui is om dat te googelen): dat is dus in negen van de tien gevallen die motor die tussen de files door glipt. De R 1200 GS is al jaren de populairste motor van Nederland, wat heet, van zo’n beetje heel West-Europa, en naar het zich laat aanzien de lieveling van de woonwerkrijder die zich niet per vierwieler wenst te verplaatsen. Logisch dus dat alle motorfabrikanten die niet BMW heten ook een graantje mee willen pikken van dat succes. Triumph is van al die fabrikanten misschien wel degene die BMW het dichtst op de voet volgt: voor alles wat BMW levert heeft Triumph wel een equivalent beschikbaar. Zo ook de Tiger Explorer.

Het recept is namelijk grotendeels hetzelfde: een hoge fiets met breed stuur, snavelbekje, mini-windschermpje en een cardan-eindaandrijving, want doorrijders willen doorrijden, geen kettingen smeren (en ze hebben gelijk ook: kettingen zijn voor trapfietsen). Net als BMW de tweecilinder boxermotor in ere houdt, zo offert Triumph trouw aan de tabernakel van de driecilinder lijnmotor. Alle nieuwe Triumphs (het assortiment retrofietsen daargelaten) heeft zo’n driecilinder in een of andere vorm, en in de Tiger Explorer vind je de grootste uitvoering met 1.215 cc longinhoud, waarschijnlijk niet ontoevallig vrijwel gelijk aan die van het grote voorbeeld van BMW.

Onder de opblaasgazebo staat de leen-Triumph bijna gereed voor vertrek – bijna, want er zit nog maar zo weinig benzine in dat zelfs de digitale meter de tankinhoud geen blokje meer waardig acht. Terwijl iemand van de motorzaak achter de peut aan gaat, blader ik eens door de boordcomputer zodat ik daar mijn halfuurtje proefrit niet meer aan hoef te besteden. Behalve de gebruikelijke tripmeters zit er ook een verbruiksmeter op, en kun je in het menu de hoeveelheid tractiecontrole instellen en het ABS uitschakelen. Dat laatste is alleen relevant voor wie dit ding offroad gebruikt (logisch: in mul zand werkt een antiblokkeersysteem juist in je nadeel) maar in deze uitvoering met straatbanden zal deze Explorer hooguit een onverhard wegdek tegenkomen, analoog aan al die terreinvaardigheid veinzende SUV’s en crossovers bij de vierwielers. Verder valt me op dat deze Triumph wel cruisecontrol heeft (is standaard) maar dan weer geen handvatverwarming of zelfs handkappen. Ik had eerder andersom verwacht, al zal de mooiweerrijder (toch het gros van de motorfietsers) daar weer anders over denken. Overigens valt mij de zithoogte heel erg mee: nu ben ik niet kort van stuk maar ik kan gewoon met mijn beide voeten plat aan de grond.

Bocht reeds ingezet op rechte stuk rechtsboven op de foto

Disclaimer: bocht reeds ingezet op rechte stuk rechtsboven op de foto

Ik ben omringd door vele andere motorrijders en het laatste wat ik wil is een flater slaan door oncharmant onhandig weg te rijden. Daarom probeer ik eerst maar uit waar ongeveer het aangrijppunt van de koppeling ligt en hoe het gas zich laat doseren. Het antwoord op vraag één: de eerste centimeters helemaal niets en vervolgens alles. Ik rijd al drie jaar vrijwel uitsluitend op een motor met droge plaatkoppeling, en die laat je niet zo royaal slippen als een koppeling die zijn warmte vrolijk afgeeft aan de olie waar hij in baadt. De gashendel is van dezelfde subtiliteit: vrijwel digitaal. Dat klopt ook want hij werkt niet mechanisch, maar elektronisch. Triumph claimt trots dat ik dankzij dat ride-by-wire-gedoe “op een efficiënte, voorspelbare manier het koppel kunt oproepen dat u nodig heeft”. I beg to differ want het is in deze opzet vooral een kwestie van God zegene de greep. Tijdens het wegrijden zet ik me dan ook hopeloos voor lul en in het hele halfuur dat ik met de Explorer mag doorbrengen word ik er geen vrienden meer mee. Eenmaal op snelheid gaat het wel, maar voor de wat langzamere manoeuvres zou ik me toch iets meer marge wensen – al was het maar omdat we het wel hebben over een vrij forse fiets. En over dik twee mille eigen risico voor het geval dat ik hem laat stuiteren. Ik vind het ook wat afstandelijk sturen. Voor mijn idee ben ik de motor al ruim voor de bocht aan het ‘zetten’ voordat hij daadwerkelijk doet wat ik in gedachten had, een beetje zoals een smartphone met te weinig rekenkracht die met een interval van een seconde je vingertoetsen volgt.

Voor het motorblok zou ik onmiddellijk de Triumph boven de BMW verkiezen, daar wil ik vanaf zijn. Die wat lompe Duitse tweecilinder heeft weliswaar zijn charme maar geef mij liever zo’n zachter lopende driecilinder lijnmotor, met zo’n prachtige snerp die je verder alleen in een zescilinder of een V12 vindt. Hij is ook lekker krachtig, ruim meer dan voldoende krachtig zelfs. Waarom dit ding zes versnellingen nodig heeft is mij een raadsel. Het schakelt prima hoor, daar niet van, maar het euvel is dat van zoveel motorfietsen: een overvloed aan kracht terwijl je in dit land beter af bent als winkeldief dan als snelheidsovertreder. Aangezien je met een sequentiële bak zit opgescheept rits je elke keer van nul naar 80 weer door al die versnellingen heen. Of je moet expres in de derde versnelling blijven hangen, maar dat stuit mij tegen de technische en sociale inborst.

Ik begrijp waarom motorrijdend Nederland dit concept omarmt boven, zeg, de klassieke toerbuffel: je zit net wat meer in de wind met toch net voldoende bescherming, en zo’n hoge fiets met breed stuur maakt toch net wat meer indruk dan zo’n klassieke rijdende telefooncel of een simpele woonwerkfiets. Buiten dat: op zo’n ding wil je graag eens een lange reis maken. Los van of je dat doet of niet, een goed gevoel willen we allemaal en dat gevoel geeft die Triumph je gewoon. Wel vind ik het zadel ronduit ruk voor een langeafstandsfiets. Al ruim voor het afronden van de proefrit had ik reeds een zere hol.

De slotsom, eindconclusie of andere contaminatie luidt aldus: leuke motor, maar niks voor mij. En met een prijs van 16.800 euro ook nog eens schier onbereikbaar, al is het in vergelijking met wederom die BMW R 1200 GS een heel faire prijs.

Voor de hele rimram aan gegevens en prijzen en opties en dingen wende men zich tot de webstek van Triumph. Daar staat ook de agenda voor de rest van de proefrittentoer.

Zeldzaam fotomoment halverwege de proefrit, ergens tussen Waarder en Nieuwerbrug

Zeldzaam fotomoment halverwege de proefrit, ergens tussen Waarder en Nieuwerbrug