Op de Motorbeurs

“Ja! Ik wil een GS.” (foto: Motorbeurs)

De motorfietsverkoop in dit land mag dan tragisch zijn, die malle Motorbeurs opent doodleuk elk jaar zijn deuren en er komt blijkbaar voldoende volk op af ook. Morgen maar eens kijken. En een antwoord proberen te vinden op de vraag waarom dit voor auto’s niet meer kan.

Want zeg nou zelf: de verhoudingen slaan nergens op. Nederland kocht in 2013 welgeteld 9,378 nieuwe motorfietsen, de laagste score in ruim dertig jaar statistiek. Topper in de lijst is al jaren de BMW R 1200 GS (voor de motorbeten: dat is de motor waar die meneer op de foto op zit). Kun je nagaan: marktleider zijn met 500 stuks. De hele motortak van BMW zet in Nederland per jaar minder eenheden weg dan de autoafdeling in een maand.

Eerlijk is eerlijk, de motorfietsverkopen lijken weer iets aan te trekken, en de motorrijder die zijn ros nog als dagelijks vervoermiddel inzet en niet als weekendspeelgoed is ook een uitstervend ras. Voor die drie keer per jaar de rivierdijk op en neer rijden is een nieuwe fiets van gemiddeld 10.000 euro wel meer dan een luxe. En toch kwamen meer dan 87.000 mensen vorig jaar een dagje brommers kieken in de Jaarbeurs. Blijkbaar kan het voor de organisatie nog uit, want de AutoRAI gooide voor minder al de handdoek in de ring.

Waar hem dan het verschil in zit? Kosten waarschijnlijk, want uiteindelijk is ook de Motorbeurs vooral een kijkfestijn waar de deelnemende merken niet direct omzetverschil van zullen merken. Maar anders dan de AutoRAI wordt hier wel degelijk verkocht en volgens mij niet te zuinig ook. Grote motordealers nemen hun halve (of hele) hebben en houden mee, en er is een gerede kans dat de persoon die jou bij de Honda- of Yamaha-stand te woord staat geen IVA-student met een iPad is, maar een verkoopmedewerker van een van de dealers. Wil je geen nieuwe fiets, dan staan er nog meer dan voldoende occasions.

En wat te denken van de bergen spullen? Het is niet mijn hobby, maar shoppen om die ene helm of dat specifieke paar laarzen voor een paar euro minder te scoren is heel goed mogelijk. Een niet onaanzienlijk deel van de bezoekers zal zich ook wel op het thuishonk van hun motorclub melden. (Merkenclubs dan hè. Ik heb Satudarah of No Surrender niet in de deelnemerslijst zien staan.)

In de prijs zit het verschil niet. De AutoRAI was al duur en de Motorbeurs kost ook gewoon € 17,50 entree aan de kassa. Wie niet gek is, zwerft een rondje over de internets en komt aanbiedingen tegen waar zelfs de eigen online ticketservice van de Motorbeurs niet aan kan tippen. Met dank aan Google kwam ik op vijf euro korting door bij de Wielrijdersbond te bestellen (en als eigenaar van meerdere brikken ben ik natuurlijk lid). Eten is duur, parkeren is duur. Niet als je met de motor komt, dan parkeer je voor nop. Maar dat was op de AutoRAI ook, herinner ik me nu.

Misschien zit het hem gewoon in de uitgestalde waar. Spreken motorfietsen meer tot de verbeelding? Of hun berijders? Volgens mij is zelfs de braafste BMW-rijder in ‘s volks ogen een absolute outlaw. En al weet niemand wat voor merk fiets je rijdt, of van welk bouwjaar het ding is – als motorrijder maak je hoe dan ook een aparte indruk in het verkeer.

Al tijden loop ik met het idee om een proefrit te maken op een Honda NC 700 X met DCT-automaat. Toch maar eens een afspraak ritselen.

Motorbeurs, 20 t/m 23 februari in Jaarbeurs Utrecht. motorbeursutrecht.nl