Vier op een rij wie zijn wij

De nieuwe Twingo heeft wel iets weg van een Renault 5. Als je loenst. En vier wodka op hebt

Wat is dat toch, die behoefte van Renault om de nieuwe Twingo als een soort hedendaagse Renault 5 voor te stellen? Want ook zonder dat valse gedweep met de historie is het best een leuke auto, en misschien wel de leukste nieuwkomer in deze klasse.

De eerste fotootjes en bijgaande tekst over de nieuwe Twingo zijn niet meer dan amuses voordat de première plaatsvindt (Genève, 6 maart). Alles wat Renault nu loslaat over de Twingo – je kunt het zelf nalezen op het officiële pr-kanaal – gaat geheel en al over het basisconcept en het uiterlijk. En dat ziet er echt niet verkeerd uit, ook al ademt dit wagentje naar mijn smaak meer Fiat 500 dan misschien wenselijk is. Wellicht daarom dat Renault zich in alle mogelijke bochten wringt om vooral te benadrukken hoe deze Twingo past in de traditie van het merk.

En het werkt: de suggestie dat de Twingo een soort spirituele nazaat is van de Renault 5 uit 1972 wordt niet alleen overgenomen door de media, maar ook in de reaguurderspanelen van bijvoorbeeld AutoWeek. Waar die gelijkenis dan op gebaseerd is weet ik niet. Ja, het is een Renault en die schuine achterklep, die had de originele R5 ook. Analoog aan zo’n bewering ben ik een volle neef van, zeg, Giel Beelen.

Renault gaat heel ver in het historisch verantwoorden van de Twingo, die de motor niet langer voorin heeft maar achterin, ergens ter hoogte van de achteras. Dat is echt niet gedaan voor de rijeigenschappen, of omdat de Renault 5 Turbo dat ook had, of omdat Renault ervaring zou hebben met auto’s met de motor achterin (dixit reaguurder Matabia op AutoWeek). Alsof dat laatste zo relevant is: Renault is er vijftig jaar geleden niet voor niets mee gestopt en de mensen die destijds de 4CV, Dauphine of R8 ontwikkelden zitten thans achter de geraniums, als de dood of de dementie ze nog niet heeft ingehaald.

De werkelijke reden is veel minder heroïsch: Renault heeft betrekkingen met Daimler en een van de gevolgen is het gezamenlijk ontwikkelen van deze Twingo en een nieuwe generatie Smart. Een vierdeurs variant van die Smart rolt straks uit dezelfde fabriek als deze Twingo. Of het kleine ding dus straks net zo dynamisch rijdt als Renault in de persbabbel belooft, is dus nog de vraag. Ik heb meer dan eens Smart gereden maar op een ‘dynamisch weggedrag’ heb ik zo’n ding nooit kunnen betrappen. Renault gaat zelfs zo ver om diezelfde eigenschap ook aan de originele Twingo uit 1992 toe te dichten. Nu draag ik die eerste Twingo een warm hart toe maar ook hier neemt Renault volgens mij een loopje met de werkelijkheid.

En het ergerlijke is: al dat verdraaien van de historie is helemaal nergens voor nodig. De Twingo heeft maar één doel: vervoer voor de man of vrouw die zich geen grotere auto kan of wil permitteren. Of die motor nu voorin of achterin ligt, of met een paar spanbanden op het dak is geknoopt, het is allemaal paarlen voor de zwijnen. De Twingo moet er gewoon voor zorgen dat iedereen, man, vrouw, arm, rijk, zich erin kan vertonen.

Want dat kon de Renault 5 van veertig jaar terug ook heel goed.